Selecteer een pagina

beschermheer aan het woord

 “De Vereniging Dragers Militaire Dapperheidsonderscheidingen werd op 5 mei 1970 opgericht. Toen nog onder de naam ‘Vereniging Dragers Bronzen Leeuw en Bronzen Kruis’. Dat is al weer 50 jaar geleden en in die periode is er veel gebeurd. Lange tijd leek het erop dat er een vergrijzing zou optreden onder de leden maar vanaf de jaren ’90 trad langzaam jong bloed toe tot de gedecoreerden en de vereniging. Zeker de deelname van Nederland aan missies in de 21e eeuw – zoals in Afghanistan – hebben geleid tot een nieuwe generatie van dragers militaire dapperheidsonderscheidingen. Het verheugt mij als beschermheer van deze unieke vereniging dat het aantal leden daarmee ook groeiende is.

 De vereniging viert het 50 jarig jubileum op een moment in de geschiedenis waarbij de wereld in de ban is van het Corona-virus. Een moment waarop blijkt dat er meer beroepsgroepen zijn waarbinnen mensen “gewoon hun werk doen”. Althans, zo voelen de mensen dat zelf. Het besef mag echter zijn dat zij meer hebben gedaan dan van hen verwacht mag worden. Dat geldt ook voor de leden van de Vereniging Dragers Militaire Dapperheidsonderscheidingen en het is goed om daar bij stil te staan, zeker in dit jubileumjaar.

Het is van belang om te blijven werken aan de bekendheid van de militaire dapperheidsonderscheidingen en te weten wie het verdiend hebben om deze te mogen dragen. Niet om deze dragers alleen maar op een schild te hijsen maar om zowel binnen als buiten de Krijgsmacht uit te leggen wat “moedig en beleidvol optreden” in de praktijk betekent. De leiders van militaire operaties dienen te weten wat wordt verstaan onder dapperheid om dit te herkennen. Herkennen leidt tot erkennen en waarderen. Om te herkennen moeten we de verhalen van de dragers aan een breed publiek vertellen. Dit is wat de vereniging bedoelt met het credo ‘daden laten leven’. Verteld moet worden waar de dapperheidsonderscheidingen voor staan en voor welke daden deze zijn toegekend. Verhalen vertellen, doen we door een boek te schrijven maar ook door deze – geheel in de stijl van de moderne tijd – ook digitaal te presenteren. 

In Nederland is het grootste compliment dat je iemand kunt maken, dat hij “zo gewoon is en is gebleven”. We zijn niet gewend om het bijzondere te laten zien. “Bescheidenheid siert de mens” en “doe maar normaal dan doe je gek genoeg” zijn voor Nederlanders een typische houding ook al zal je dat in het gedrag niet altijd terugzien. Maar de leden van deze vereniging zijn niet onderscheiden omdat zijzelf hun daden bijzonder vonden. Nee, zij zijn onderscheiden omdat anderen vonden dat deze militairen meer hebben gedaan dan van hen normaliter gevraagd kon worden. Deze vereniging is een uniek gezelschap en het maakt mij trots om daar beschermheer van te zijn. Samen met het bestuur van de vereniging wil ik het podium opbouwen waarop de verhalen worden verteld van deze “gewone mensen die bijzondere dingen hebben gedaan”.

Inspecteur-generaal der Krijgsmacht, tevens beschermheer VDMD

Luitenant-generaal der mariniers Frank van Sprang